Veilig terug naar school

Met de auto

• Geef het goede voorbeeld: draag je gordel en zorg ervoor dat je kind dat ook doet. Is je kind kleiner dan 1,35 meter? Gebruik een zitverhoger.
• Denk goed na waar je stopt. Stop niet op de stoep, in de berm (zonder een tussenruimte van 1,5 m voor voetgangers) of op een voetgangersoversteekplaats (of binnen 5 m daarvan).
• Laat je kind uitstappen aan de kant van het voetpad (en liefst aan de kant van de ingang van de school).
• Wees extra aandachtig en verminder je snelheid wanneer je een school nadert.

Te voet

• Oefen de route op voorhand met je kind zodat het er vertrouwd mee is. Doe dat op het tijdstip dat jullie samen het traject van en naar school afleggen en geef nuttige tips.

• Gebruik voetpaden en/of bermen die vlot begaanbaar zijn.
• Leer je kind om altijd zo ver mogelijk van de stoeprand weg te lopen. Vestig zijn aandacht ook op in- en uitritten van garages.
• Zorg ervoor dat je kind oversteekt op het zebrapad. Als er geen zebrapad is, kies dan voor een goed zichtbare plaats waar het auto’s uit beide richtingen van ver ziet aankomen.

Met de fiets

• Check eerst en vooral of de fiets van je kind in goede staat is: controleer de bel, de verlichting, de remmen, de banden ...
• Zorg ervoor dat je kind een helm draagt en zichtbaar is in het verkeer.
• Oefen de route op voorhand met je kind zodat het er vertrouwd mee is. Doe dat op het tijdstip dat jullie samen het traject van en naar school afleggen en geef nuttige tips.
• Zorg ervoor dat zijn tas niet aan het stuur hangt of dat die de stabiliteit van de fiets niet in gevaar brengt.
• Leer je kind om veranderingen van richting duidelijk en op tijd aan te kondigen.
• Laat je kind zijn plaats innemen op de rijbaan en ongeveer 1,5 m afstand houden van geparkeerde auto's om te anticiperen op opengaande deuren.

Met het openbaar vervoer

• Leer je kind te wachten op het voetpad, in het wachthokje, achter de lijn op het perron ...
• Leer je kind de dienstregeling opzoeken, duidelijke referentiepunten herkennen (zodat het weet wanneer uit te stappen) en dat in- of uitstappen niet meer mag wanneer het sluitsignaal van de deuren klinkt.
• Leer je kind ook te wachten tot het voertuig vertrokken is en dan pas over te steken. En waarschuw vooral dat een overweg oversteken nooit mag als de slagbomen naar beneden zijn en het rode licht knippert!